De werkdag begint. Je gemotiveerde werknemers springen in hun camionet om zich naar de werf te begeven. Ze komen terecht in een file en ze merken nu al dat het moeilijk zal worden om tijdig op de werf aan te komen. Ergens in de file glippen ze nog net met de stroom mee door het oranje of net rode licht of ze trachten na de file tijd in te halen door iets harder dan toegelaten het gaspedaal in te duwen.
Enkele weken of maanden later valt bij jou de brief van het parket in de bus. De camionet is geflitst en je wordt gevraagd om binnen de vijftien dagen kenbaar te maken wie de bestuurder van het betrokken voertuig was. Te veel ondernemers leggen deze brief op de stapel “niet dringend” en de brief wordt uit het oog verloren. Enkele maanden later wordt echter een dagvaarding betekend aan je onderneming omdat je hebt nagelaten de identiteit van de bestuurder mee te delen.
Op dat moment is het te laat om aan de vraag van het parket te voldoen. Je wordt gedagvaard louter en alleen omdat je de verplichting om de identiteit van de bestuurder mee te delen, niet hebt nageleefd. De straffen die hiervoor worden uitgesproken zijn dikwijls verrassend hoog voor de vennootschap in kwestie. Met de opdeciemen erbij gerekend, kan dit al snel oplopen tot enkele duizenden euro’s en bij herhaling gaat de boete (meestal) nog meer de hoogte in.
In enkele gevallen is er een politierechter die meegaat in de redenering dat niet bewezen is dat de brief tot inlichtingen ook echt werd verzonden of is aangekomen. Soms kan een politierechter overtuigd worden de wet mild toe te passen. De ervaring leert ons echter dat het openbaar ministerie vrij snel beroep aantekent in dergelijke gevallen en dat de correctionele rechtbank in graad van beroep veelal de vrijspraak of milde straf omzet in een zwaardere veroordeling.
Laat dus dergelijke vraag om inlichtingen niet liggen.
Vragen over verkeersrecht? Neemt contact via contact@alisadvocaten.be