De wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, beter bekend als de Antiwitwaswet, lijkt op het eerste zicht een ver-van-mijn-bed-show voor de meeste ondernemers. In werkelijkheid is niets minder waar. Ook vennootschappen, vzw’s en stichtingen zijn onderworpen aan deze wet en dienen hiervan enkele bepalingen in het achterhoofd te houden.
Zo dienen vennootschappen, vzw’s en stichtingen onder meer te registreren wie hun uiteindelijke begunstigden zijn. Deze persoon (of meerdere personen) is de natuurlijke persoon ten voordele van wie een transactie wordt uitgevoerd. Om in aanmerking te komen als uiteindelijke begunstigde van een vennootschap, dient deze persoon ten minste 25% van de aandelen of stemrechten van de vennootschap te bezitten. Bij vzw’s of stichtingen ligt dit anders. Daar worden alle bestuurders van de vzw of stichting aangenomen als uiteindelijke begunstigde (of UBO).
De wet stelde 31 december 2019 op als ultieme deadline waartegen ondernemingen dienden te registreren wie hun uiteindelijke begunstigden zijn. Vele ondernemers deden dit tot op heden nog niet, waardoor zij een herinneringsbrief mochten ontvangen van de fiscus. Bij het ontvangen van zulke herinneringsbrief, moet hieraan hoge prioriteit worden gegeven. Indien deze verplichting niet in orde wordt gebracht, riskeren ondernemingen een boete van 250 tot 50.000 euro.
Bovendien moeten ondernemingen bewijsstukken aanleveren die de correctheid van de uiteindelijke begunstigden bevestigen.
Tot op vandaag werden er nog geen boetes uitgeschreven, maar daar dreigt weldra verandering in te komen. Zo kondigde de fiscus aan vanaf 1 september 2021 boetes te zullen uitschrijven aan ondernemingen die hun verplichtingen onder de Antiwitwaswet verzuimen.
Wilt u meer informatie over uw verplichtingen onder de Antiwitwaswet? à Neem vrijblijvend contact op met contact@alisadvocaten.be